Etnisch-culturele diversiteit, Deel 1: Theoretische en onderzoeksmatige inzichten.
Onderzoek suggereert dat er ook in ons land een hardnekkige prestatiekloof bestaat tussen leerlingen met en zonder (recente, niet-West-Europese) migratieachtergrond. Een prestatiekloof die niet kan worden verklaard door factoren zoals socio-economische achtergrond, intelligentie of thuistaal. In dit deel bekijken we de factoren en processen waarvan bekend is dat ze medeverantwoordelijk zijn voor deze prestatiekloof in detail. Deze factoren en processen kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld: (a) de effecten van economisch, cultureel en sociaal kapitaal, (b) de effecten van vooroordeel en discriminatie op institutioneel en individueel niveau, en (c) de effecten van de mogelijke reacties van leden van groepen met een lage status op vooroordeel en discriminatie. We gaan uitvoerig in op elk van deze factoren. Vervolgens gaan we in op wat intergroepsinteracties nu precies zo uitdagend maakt en lijsten we een hele reeks interventies op die intergroepsrelaties kunnen verbeteren. Hoewel de interventies die in deze sectie worden gepresenteerd niet noodzakelijk specifiek ontworpen zijn voor een onderwijscontext, zullen we aandacht besteden aan hoe deze in een onderwijscontext kunnen worden ingezet en hoe ze gebruikt kunnen worden om de prestatiekloof te verkleinen.
Om de acties die ondernomen worden om de prestatiekloof te verkleinen op elkaar af te stemmen, is het belangrijk dat een onderwijsinstelling een doordachte visie op diversiteit ontwikkelt. Daarom eindigen we met een overzicht van de belangrijkste perspectieven op diversiteit: i.e., het assimilationistisch perspectief (waarin van etnisch-culturele minderheden verwacht wordt dat ze de meerderheidscultuur overnemen en afstand doen van hun eigen cultuur of minstens van bepaalde aspecten ervan), het kleurenblind perspectief (waarin men het belang van mensen hun persoonlijke identiteit centraal probeert te stellen en iemands sociale en culturele achtergrond negeert), het pluralistisch perspectief (waarin men expliciet culturele diversiteit probeert te erkennen en te waarderen en/of waarin men interculturele uitwisseling probeert te stimuleren), en het antiracistisch perspectief (dat noch assimilatie noch accommodatie van etnisch-culturele minderheden na streeft, maar veeleer de ontmanteling van de systemen, structuren en instellingen die racisme in stand houden). We gaan in op de voor- en nadelen van elk perspectief. Hoewel we deze perspectieven in oppositie tot elkaar bespreken, betekent dit echter niet dat ze mutueel exclusief zijn. Er is een grote overlap tussen sommige van deze perspectieven, en het is perfect mogelijk om elementen uit verschillende perspectieven te combineren. Meer zelfs: het wordt aanbevolen om de meest werkzame elementen uit de verschillende perspectieven met elkaar te combineren om zo tot een efficiënt diversiteitsbeleid te komen.
Duriez, B. (2021). Etnisch-culturele diversiteit, Deel 1: Theoretische en onderzoeksmatige inzichten. Karel De Grote Hogeschool, Antwerpen: Intern Rapport.